vrijdag 8 december 2017

Kristalliserende honing

Bijen slaan de honing doorgaans in vloeibare vorm op in de cellen. Zo kan de imker de honing makkelijk uit de raten slingeren en in potjes tappen. Na verloop van tijd zullen de meeste soorten honing kristalliseren, de ene soort sneller dan de andere. Het kristallisatieproces hangt o.a. samen met:

  • de verhouding van suikersoorten in de honing. In honing komen de enkelvoudig suikers fructose (vruchtensuiker) en glucose (druivensuiker) voor. De verhouding tussen die twee wordt bepaald door het soort bloemen waar de bijen op fourageren, in de nectar van koolzaad zit relatief veel glucose en in de nectar van accacia relatief veel fructose. Hoe hoger het aandeel glucose hoe sneller de honing zal kristalliseren. De meeste honing van ambachtelijk imkers zal gemengde bloemenhoning zijn met grote variatie in samenstelling per jaar, per seizoen en soms zelfs per bijenvolk. Ter vergelijking: riet- en bietsuiker (de gewone kristalsuiker) bestaat uit een gekoppeld fructose-glucose molecuul. Kijk hier voor meer info over suikersoorten. 
  • het vochtgehalte in de honing: bijen dikken de honing in de raten in zodat die goed houdbaar wordt. Te dunne honing (veel vocht) gaat gisten. Honing mag pas geoogst worden als die goed is ingedikt, maar ingedikte honing gaat makkelijker kristalliseren.
  • aanwezigheid van kristallisatiekernen: kristalvorming gaat makkelijker als er een beginnetje is: een kristallisatiekern. Dat kan een bestaand suikerkristalletje zijn of een stuifmeelkorrel. De imker kan opzettelijk vaste honing maken door vloeibare honing te enten met gekristalliseerde honing. Door dagelijks goed roeren wordt het ontstaan van hele grote kristallen tegengegaan en wordt een mooie fijn-gekristalliseerde crèmehoning gevormd.
  • temperatuur: kristallisatie verloopt optimaal bij 14ºC, in de diepvries stopt het kristallisatieproces.
Kijk hier voor een volledig overzicht van factoren die de kristallisatie beïnvloeden.
Om kristallisatie tegen te gaan kan de honing dus worden ingevroren, of gefilterd om kristallisatiekernen te verwijderen. Reeds gekristalliseerde honing kan weer vloeibaar gemaakt worden door te verwarmen bij 40ºC (au-bain-Marie). Bij te lang verwarmen of bij te hoge temperaturen (en ook door te sterke filtratie) kan de smaak van de honing teruglopen. 
Het kristalliseren van honing is dus een natuurlijk proces en van kristalliserende honing van de ambachtelijke imker kun je zeker zijn dat er geen behandelingen zijn uitgevoerd die de kwaliteit nadelig beïnvloeden. 

Kristallisatie is géén aanwijzing voor bijmenging met suikerstroop. Het bijmengen van suikerstroop in honing is een vorm van fraude die bij grote onderzoeken regelmatig geconstateerd wordt. Voor een goede analyse van suikers in de honing is echter geavanceerde apparatuur nodig en is moeilijk routinematig uit te voeren. In de Nederlandse imkerij worden imkers geschoold om een goed product te leveren en dat geldt ook internationaal voor ambachtelijke imkerij. Hoe groter de schaal van productie en hoe meer tussenhandel betrokken is hoe groter de kans op sjoemelarij.

maandag 11 september 2017

In de bijen

Wat is werkelijkheid? De imker stuitte een paar weken geleden langs de IJssel tussen Doesburg en Dieren op een metershoge en driemaal zo lange sculptuur die van de maker, Jasper Niens, geen titel maar een nummer (510) meekreeg. Er was wel een verklarende beschrijving, waar termen in voorkomen als “fuik” en “activerende component”. Welaan, de imker liet zich activeren en besefte meteen: dit kunstwerk is een bij! Weliswaar een abstractie, maar toch een prachtige weergave van de rankheid, wendbaarheid, lichtheid, souplesse en harmonie die de bij kenmerken. Het object danste als het ware door het landschap, zoals de bij van bloem naar bloem danst. En al deze suggestie werd nog eens versterkt bij binnentreden van de sculptuur, het inwendige weerspiegelde de buitenkant, en de imker was in de bij! Wat zou er gebeurd zijn? Was de imker gevangen in de fuik van zijn eigen vooringenomenheid en herkende hij iets dat er niet is? Of zag de imker juist iets dat de kunstenaar niet gezien had, nl. dat ieder mens het beeld van de bij in zich draagt en dat hij, de kunstenaar, zonder het zich bewust te zijn, daar vorm aan had gegeven? Uit de neuropsychologie weten we dat ons brein, door filteren en kleuren van de informatie die op ons afkomt, ons voortdurend misleidt (met de beste bedoelingen). Zou in het geval van sculptuur 510 de misleiding vooral in het kunstenaarsbrein plaats hebben gevonden of toch in het imkersbrein?



maandag 4 september 2017

Ambrozijn

Gisteravond kwam in één van de liederen van het concert Komm, süsser Tod van L’Arpeggiata het woord “ambrozijn” voorbij. Als je het al niet een prachtig woord vindt moet de betekenis je toch zeker aanspreken. Ambrozijn vertegenwoordigt de buitengewoon gelukkige combinatie van melk en honing. Het is een drank van de klassieke goden, een bijbelse drank, een drank van het land van overvloed, gevormd daar waar vier rivieren gevuld met melk, honing, wijn en olie samenkwamen. Een magische drank, wanneer (geheel in tegenstelling tot de titel van het concert) al niet goed voor het eeuwige leven dan toch wel voor de liefde. Maar ook een geheime drank, want de echte samenstelling is lang geleden verloren gegaan en wat er nu aan recepten voorbij komt zijn benaderingen, veelal krachteloos door allerlei nutteloze smaakverbeteraars zoals kokos. Er wordt dus nog naarstig gespeurd naar de ware ambrozijn, net als naar verklaringen voor het bijzondere van deze drank, die wel wordt gedacht in de anatomische-fysiologische gelijkenis tussen bijen en koeien (meerdere magen, streng veganistische leefwijze, enz). Dat honing en melk een uitgelezen duo vormt werd me vorige week op een andere manier aangereikt. In een imkersgesprek met NB bespraken we onder meer de methoden van etiketten-op-honingpotjes-plakken, de voor- en nadelen van zelfklevende etiketten, technieken om het etiket netjes recht op de pot te krijgen en plakmiddelen. Mijn verdunde houtlijm stond tegenover een middeltje dat N van een oude imker had gehoord, namelijk dat, jawel, melk voor dit doel uitermate geschikt zou zijn. Een kleine test wijst uit dat dat inderdaad het geval is!

donderdag 31 augustus 2017

Laatbloeiers


Serene rust heerst op de imkerij. De imker staat naast zijn kasten en ziet de bijen wel vliegen, maar zonder urgentie. Het nerveuze halen van nectar en stuifmeel is voorbij. De bijen hebben het voorjaar en de zomer hard gewerkt, om te zorgen dat het volk flink en krachtig groeide zodat zich een zwerm af kon splitsen en de achterblijvers met het op laten groeien van een nieuwe koningin een verjonging konden ondergaan. En ze hebben hard gewerkt om een voorraad voer aan te leggen om comfortabel de winter mee door te komen. De cyclus is rond, het volk begint aan zijn uitademing, het bijenseizoen is zo goed als voorbij. Het volk is niet meer op de buitenwereld gericht, raakt langzaamaan naar binnen gekeerd.

De meeste imkers hebben de laatste honing geoogst, en als er daarmee te weinig voorraad voor de bijen overbleef wintervoer (suiker) teruggegeven. Sommige imkers zetten hun volken nog op herfstbloeiers zoals heide of reuzenbalsemien. Maar de vluchten die de bijen vanuit hun vaste standplaats maken zijn vooral pleziervluchtjes, uitgevoerd omdat het kan, niet omdat het moet. Ze bezoeken dan laatbloeiers zoals asters, zonnehoed, laurierkers (tweede bloei), klimop. Zulke vluchten leveren minder op dan vluchten in het seizoen. De bij bezoekt veel en vooral ook verschillende bloemen voor een beetje opbrengst, terwijl er in het seizoen massaal en efficiënt op die ene soort bloemen wordt gevlogen die op dat moment goed nectar levert. Dat de bijen veel verschillende bloemen bezoeken vertellen ze de imker met de veelkleurigheid van de stuifmeelklompjes die ze meebrengen. Bij het overbrengen naar de raat wordt er wel eens wat gemorst en zulke klompjes vallen dan op de bodem, waar de imker ze kan verzamelen. Op de foto zie je links twee verzamelingen uit het seizoen, waarbij duidelijk één kleur domineert (het oranje is vooral paardenbloem, het geel vooral linde). Rechts is een verzameling van eind augustus en je ziet daar een bont mengsel van misschien wel 25 variaties, die evenveel soorten bloemen vertegenwoordigen, want iedere bloem levert een eigen kleur stuifmeel.


zaterdag 26 augustus 2017

Bijentheater en Bach


Er komt wel eens een groepje mensen op bezoek op mijn bijenlocatie aan wie ik dan mijn imkerijverhaal vertel. Gistermiddag was ik zelf te gast bij een bijenvertelling. Sonne Copijn uit Groenekan (“imkers vertellen graag over bijen maar hebben één nadeel: ze kunnen er niet mee stoppen”) gaf in een halfuur op theatrale wijze een compact overzicht van het leven van in een bijenvolk. Ze vertelde over de groei van een bijenvolk in het voorjaar, en hoe de koningin als ze bemerkt dat er in een grotere cel, wel zo groot als een pindadop, een opvolgster aan het groeien is, besluit om samen met een zwerm begeleidsters de korf te verlaten om een nieuw onderkomen te zoeken. Ze laat de korf goed verzorgd achter voor de nieuwe koningin, met een voorraad eitjes en larven, voer en gespecialiseerde verzorgsters voor haar en het jongbroed. Sonne beeldde uit hoe de jonge koningin op bruidsvlucht gaat om zich hoog in de lucht te laten bevruchten. Ze zoekt daarvoor een zwermpje darren op waarvan het de snelste zal lukken om te paren maar die paring wel onmiddellijk met de dood bekoopt. Dit ritueel herhaalt zich tot wel 20 keer en de darren, volgens Sonne vliegende zaadbommen (hé, de zaadbommen in het vorig bericht waren van andere aard!), zorgen er zo voor dat de koningin de rest van haar leven een genetisch gevarieerd volk opbouwt. Ze beschreef verder hoe speurbijen geschikte bloemen zoeken om nectar uit te verzamelen en hoe ze, terug in de korf, de locatie vervolgens met de beroemde bijendans aan de haalbijen kenbaar maken. Sonne concludeerde dat het goed geregeld is in de natuur.

Later op de avond was ik in TivoliVredenburg bij het openingsconcert van Festival Oude Muziek (waar in de grote zaal ook het nieuwe concertorgel werd onthuld). Het gezelschap La Divina Armonia voerde als tweede stuk Bach’s prachtige Geist und Seele wird verwirret uit, en Bach laat hierin de soliste zingen dat wat God tot stand heeft gebracht goed is. Met een ruimhartig oor valt deze boodschap samen met die van Sonne, en bij een volgende keer dat ik weer een groepje mensen ontvang zal dat vast een beetje in mijn verhaal doorklinken.


zondag 20 augustus 2017

Zaadbommenguerilla

 
Stuifmeelkorrels van de akkerhoningklaver
“Wat een rommeltje!” denk je misschien wanneer je een bijenlint ziet. Dat is een groenstrook ingezaaid met een mengsel van bloemen dat aantrekkelijk is voor bijen en andere insecten. Er groeit dan een veelheid aan vooral wilde bloemen door elkaar en dat ziet er toch anders uit dan een strak gemaaide grasberm of een keurig aangelegd perk met bloemen die er wel prachtig uitzien maar vaak nauwelijks of geen nectar of stuifmeel leveren. Een plant die je in bijenlinten tegenkomt is de akkerhoningklaver (foto). Het akkerrandmengsel in het rapport Bedrijven voor bijen van Wageningen Universiteit bevat naast akkerhoningklaver nog twaalf andere planten waaronder klaproos, zonnebloem, boekweit, korenbloem en ridderspoor, en dat levert zo ongeveer het palet dat je in het bijenlint aan de Toulouselaan in de Uithof vindt. En als je nu eens aandachtig bij zo’n bijenlint gaat kijken zul je daar naast honingbijen een rijke verscheidenheid aan allerlei soorten zweefvliegen en meestal kleinere wilde bijtjes aantreffen, en vast ook vlindersoorten die je nooit eerder hebt gezien. En dan wordt het rommeltje een rijke idylle.

Misschien had je wel eens van bloemenmengsels voor bijen gehoord, maar ken je de zaadbom ook al? Mijn eerste associatie bij dat woord bleek onjuist, een zaadbom is namelijk een bal van gedroogde klei waarin bloemenzaad is verwerkt, en die werp je buiten op plekken waar je vindt dat wilde bloemen moeten gaan bloeien. Dat is een leuke activiteit bij kinderfeestjes, bedrijfsuitjes, popconcerten of hardloopwedstrijden, en op internet kom je in dit verband ook wel de term zaadbommenguerilla tegen, maar dan moet het evenement wel groot genoeg zijn.



Akkerhoningklaver met bij (bijenlint bij spoortunnel westelijk van Bunnik)






Bijenlint Toulouselaan (Uithof)

dinsdag 15 augustus 2017

imkerslaboratorium

 
“Hé pa!” zei de imkerszoon nadat hij de schuur binnentrad, “het begint hier een aardig laboratorium te worden!” Hij zag de imker aan het werk bij een dampende donkerbruine kist, waar onderuit via een pijpje een straaltje bruinig vocht in een roestvrijstalen schaal stroomde, omgeven door een ratjetoe van jerrycans, plastic flessen, dozen met donkerbruine pulp en houten rekjes, en emmers en bakjes met gele plakkaten, en hij was er van overtuigd dat zijn vader een drugslaboratorium had opgezet, om amfetamine of GHB of zoiets te produceren. Ging hij Walter White van Breaking Bad achterna? Wel aardig dat de vader op die manier een goede erfenis voor zijn zoon veilig zou stellen. “Ja,” zei de imker, “ik ben dit jaar goed op tijd met het weghalen van oude raat, en ik dacht ik smelt er meteen de was maar uit, dan is het opgeruimd! Na wat experimenteren heb ik mijn installatie nu op orde en kijk eens wat een mooie schone was dat oplevert!” Samen bewonderden ze een plak was die inderdaad mooi egaal geel van kleur bleek, zonder al te veel verontreinigingen, die wat vettig aanvoelde en een ietwat zoetige geur had. Wonderlijk dat een handjevol bijenkasten kilo’s van dat goedje op kan leveren!


vrijdag 11 augustus 2017

Naderende herfst

Op een mooie namiddag halverwege augustus is de imker geconcentreerd aan het werk. Bij vijf kasten verwijderd hij de kamers die hij na het honingslingeren door de bijen schoon heeft laten eten, hij verplaatst de mierenzuureenheid van de ene kast naar de volgende, en begint met wintervoeding bij een andere kast. "Krak-plok," klinkt het plotseling, het geluid lijkt uit het bosje achter hem te komen. Meteen is het weer stil, de imker slaat er verder geen acht op en imkert verder. Maar even later verbreekt hetzelfde geluid opnieuw de stilte, de imker is nu alerter, zou daar misschien iemand lopen en daarbij takken breken? Hij weet dat er, diep verscholen tussen de struiken, een andere bijenstand is maar heeft daar nog nooit activiteit opgemerkt, zou daar nu dan een collega bezig zijn? Daar lijkt het niet erg op, het is geen typisch imkersgeluid en de tussenpozen zijn wel erg groot. Ook heeft de imker in het bosje wel eens sporen van illegale bezigheden gevonden, bierblikjes,  wodkaflessen en zo meer, de afgelegen ligging nodigt uit tot samenkomsten waarbij je liever niet gestoord wordt, misschien loopt er volk dat er niet hoort. Als het droge geluid zich voor een derde maal opdringt, maar nu twee keer achtereen, herinnert de imker zich opeens dat hetzelfde raadsel zich de vorige jaren ook voordeed, en na oplettend luisteren het vallen van de eerste eikels bovenop de schaftkeet die om het hoekje staat bleek te zijn. De herfst nadert, de omgeving is weer vertrouwd, en de imker imkert voort.

zaterdag 5 augustus 2017

Schaarste

Bij de eerste inspectie na drie weken blijken de meeste kasten en kastjes op het fort geen of nauwelijks honing te bevatten. Na de linde bloeide daar niet zoveel méér dan de witte klaver, maar dat was blijkbaar te weinig om goed nectar te verzamelen. Het ziet ernaar uit dat het sterkste volk de andere volken berooft en de kleinere kasten plundert. 
Een collectie kleine en grote kasten op het fort.
Verder zijn de ingezette koninginnekweekjes niet geslaagd en omdat het seizoen zowat teneinde is heeft het geen zin om opnieuw in te zetten: er zijn sowieso al geen darren meer zodat nieuwe koninginnen niet meer bevrucht raken.
Ik ga de komende dagen de collectie kleine volkjes verenigen met levensvatbare grotere, en verwacht zodoende drie vitale volken over te houden die de winter makkelijk kunnen overleven. Zonodig zal ik bijvoeren.  



zondag 30 juli 2017

Over bijen en mensen

Een imkerij in de Pyreneeën

“Zie […] hoe nauwkeurig de bijen te werk gaan bij het inrichten van hun raten, hoeveel eensgezindheid zij aan de dag leggen wanneer zij van alle kanten komen om aan hun taak te werken … geen enkel dier [is] slimmer dan zijn soortgenoot: je zult zien …. dat bij honingraten alle zeshoekige openingen gelijk zijn.” Seneca gebruikt in zijn Brief 121 aan Lucilius (geschreven in de jaren 63-64) (o.a.) de bijen als illustratie van de voorschriften van de natuur volgens welke dieren handelen: “De drang naar wat nuttig is en de afkeer van wat schadelijk is zijn natuurlijke gegevens: zonder enig overleg gebeurt alles wat de natuur voorgeschreven heeft.” Dit geldt ook voor de mens (“alle mensen passen zich aan bij de mogelijkheden van de levensfase waarin zij zijn”), maar daarbij heeft de natuur de mens “verheven boven de overige levende wezens”, met rede/redelijkheid als onderscheid. Dat uit zich in verschillende specialisaties bij de mens (“Een ambachtsman hanteert zijn instrumenten met gemak, … een schilder herkent bliksemsnel de vele verschillende kleuren die hij heeft klaargelegd om de werkelijkheid natuurgetrouw weer te geven en tussen zijn palet en zijn werkstuk legt hij verband met snelle blik en soepele hand. ….bij bekwame dansers kan de hand zo willig elke situatie en elk gevoel uitbeelden”). Zodoende geldt: “wat de natuur uitdeelt komt altijd met gelijke resultaten” en “Al wat menselijke waardigheid leert is ongewis en ongelijk”.
Seneca levert een retorische onderbouwing bij deze conclusies. Wat mist is een beschrijving van de imker die bekwaam de optimale omstandigheden voor zijn/haar bijenvolken schept om gezond en vitaal te kunnen functioneren, als voorbeeld van de door rede gedreven, gespecialiseerde mens.

Seneca – Brieven aan Lucilius (vert. Cornelis Verhoeven; Ambo 1980)

vrijdag 28 juli 2017

Bijenparadijs




De afdaling van de Pic d’Orhy over de westflank gaat aanvankelijk over een grassige steile helling, tussen schapen en  paarden door. Na zo’n 300m dalen wordt de bodem rotsiger en verschijnen de eerste blauwe distels (Eryngium bourgatii). Geleidelijkaan worden het er meer en algauw loopt de imker door een schitterend blauw bloemenveld. In de stilte van de bergen die enkel gebroken wordt door het geklingel van de koeienbellen om de paardenhalzen zwelt tegelijkertijd het gezoem van de bijen aan. Hoewel deze distelsoort niet zomaar terug te vinden is in enkele grote drachtplantenlijsten (drachtplanten.nl; imkerpedia.nl/wiki/index.php?title=Drachtplanten), en de Vlaamse Imkersbond een gemiddelde nectar/pollenwaarde 3/3 (op een schaal van 5) geeft, hebben de bijen het hier duidelijk naar hun zin, en mag de imker die hier zijn kasten heeft staan zich gelukkig prijzen (om veel redenen).
Een weelde aan blauwe distels


Westflank van de Pic d´Orhy

donderdag 27 juli 2017

Hemelbijen


Nachtelijke sterrenhemel in de Pyreneeën: geen bij te bekennen
De wonderlijk heldere sterrenhemel in de Pyreneeën doet de imker zich afvragen waar het sterrenbeeld “bij” te vinden is, zo het al bestaat. Enig speurwerk leert dat zoiets inderdaad bestaat, of beter gezegd bestaan heeft, want rondom het sterrenbeeld heerst enige verwarring. Eind zestiende eeuw werd het sterrenbeeld Paradijsvogel, waarschijnlijk per vergissing, Apis Indica (Indiase bij) genoemd. Die naam heeft heel lang bestaan, maar werd uiteindelijk gecorrigeerd naar eerst Avis Indica (Indiase vogel) en later Apus (Paradijsvogel). Een aangrenzend sterrenbeeld werd twee eeuwen lang aangeduid als Apis (Bij), maar halverwege de achtiende eeuw omgedoopt tot Musca (Vlieg), wat me geen promotie lijkt. Beide sterrenbeelden staan echter aan het zuidelijk halfrond en zijn in onze streken niet te zien, zodat we ons uit eigen waarneming geen oordeel kunnen vormen over het recht of onrecht dat de bij hier is aangedaan. En hoe goed de imker ook tuurt, een bij valt aan het noordelijk firmament maar moeilijk te herkennen.
(Op internet vind je verschillende bronnen.)


zaterdag 22 juli 2017

Imkersleed

Sommige volken zijn echt heel zachtaardig. Daar valt heel goed mee te werken, daarbij hoef je niet eens beschermende kleding te dragen. Maar andere volken daarentegen zijn buitengewoon verdedigend ingesteld, die vallen echt aan als je er alleen al naar wijst. Jezelf goed inpakken is dan het devies. De imker kent zijn volkjes wel, en weet bij wie een kap en jack niet genoeg is en ook handschoenen nodig zijn. Op warme dagen probeerde ik dan wel eens om toch in korte broek te blijven werken, maar dat pakt niet altijd voordelig uit, zeker niet als er een of enkele bijen de broekspijpen als ingang gebruikten om hogerop een venijnige steek te zetten. Collega-imker Henk vertelde me dat hij korte metten maakt met zulke volken. Dat vond ik een nogal rigoreuze aanpak totdat ik onlangs met een echt serieuze aanval te maken kreeg en ik honderden stekende bijen op mijn pak had zitten. Het katoen van jack en broek is niet dik genoeg om een angel tegen te houden hoewel de steken wel lichter aanvoelen. Maar vele tientallen lichte steken tellen toch op en op den duur is dat niet leuk meer. Dus in dit geval toch maar besloten Henk’s voorbeeld te volgen.

vrijdag 21 juli 2017

Bijenleed



De grote drachten zijn voorbij, behalve voor bijen die bovenop een boekweitveldje of zoiets lekkers staan. Mijn bijen hebben dat voorrecht niet en scharrelen nu nectar bij elkaar uit wat restjes klaver en uit alle moois dat wij in onze tuintjes in het dorp hebben staan: de lavendel, munt, guldenroede enzovoorts. En er zijn ook nog een paar wanhopige bijen die nectar uit de vlinderstruikbloemen trachten te halen, maar zoals je ziet hebben die bloemetjes een hele diepe kelk waardoor alleen vlinders en hommels en andere insecten met een lange tong de nectar onderin kunnen bereiken. Ik zag de bijen hun kopje echt zo diep mogelijk in de bloemetjes wurmen om met hun korte tongetje toch bij de nectar te kunnen. Of het gelukt is, daar heb ik geen bericht van gekregen.



donderdag 20 juli 2017

Insectenleed

“Vroeger”, toen we op de snelwegen nog niet harder reden dan zo’n 100 km/uur, in auto’s die nauwelijks sneller konden of bij hogere snelheden heftig gingen schudden en trillen en converseren alleen nog op luide toon lukte om het lawaai van de auto te overstemmen, waren vliegensponzen nog een populair artikel in de bakken bij de benzinestations. In de zomer was namelijk na een flinke rit je voorruit beplakt met massa’s rode, bruine en zwarte vlekjes van geplette insecten waardoor het voor goed zicht nodig was om regelmatig flink te boenen. Je nam dan gelijk het glas van de koplampen mee zodat je ’s avonds weer een mooie lichtbundel had. En nu, met veel hogere snelheden (in veel comfortabelere auto’s), vind je nauwelijks nog vlekjes op je voorruit, en de vliegensponzen zijn uit de schappen van de tankstations verdwenen. Ik las deze observatie eerder dit jaar en moest er tijdens onze tocht naar Frankrijk weer aan denken. Zou het echt door veranderd gebruik van het land komen dat er maar weinig insecten zijn?

Imkerijleed

Voor we op vakantie konden was er nog veel bijenwerk te doen. Alle kasten inspecteren en verzorgen, nog wat oude raat die zich verzameld had uitsmelten en de zegeltjeswas van de laatste honingoogst wassen en opsmelten om te voorkomen dat wasmotten hun eitjes in de wasresten leggen, wasmotlarven maken daar namelijk een ravage van. Tenslotte nog wat honingvoorraad verwerken zodat alles netjes opgeslagen is. Met het inpakken van de bagage natuurlijk ook snel een grote pot honing meegegrist, maar helaas even vergeten om te controleren of de deksel wel goed dichtgedraaid was. En, jawel je raadt het al, dat was niet het geval. Bij onze eerste overnachting vonden we een grote honingkliederboel in de betreffende tas, en als je daar dan eenmaal iets uithaalt plakt binnen de kortste keren de hele boel aan elkaar. Het kostte me veel tijd om alles weer een beetje op orde te krijgen en het leidde bij de imkersvrouw tot de verzuchting dat ze nu echt het “Help! mijn man is imker” T-shirt gaat bestellen.

maandag 17 juli 2017

Moerasspirea (2)

De volgende dag kwam de bij inderdaad terug, maar kon zijn bloemetje niet meer vinden, want ze stond met zoveel soortgenoten daar op dat plekje langs de slootkant.

moerasspirea pollen (zie pollenfilter)
"Help me dan, roep me dan!" zoemde de bij, maar dat hielp niet want alle moerasspirea's begonnen hartelijk te giechelen zodat de bij er geen wijs uitkwam. Na nog wat wanhopig rondvliegen gaf hij het op en zocht zijn vriend de zweefvlieg op om zijn avontuur te delen. "Ach man, maak je toch niet druk!" zei die, "je hebt je maar wat in de luren laten leggen, want moerasspirea, dat levert je misschien wel prachtig mooie stuifmeelkorrels op, maar veel nectar zal er niet uit oogsten! Kom maar mee, ik zal je eens naar een veel aardiger bloemetje brengen." De bij, weliswaar een beetje verbouwereerd, liet zich meetronen, en waar ze terechtkwamen dat lees je de volgende keer.

vrijdag 14 juli 2017

Moerasspirea

De bij vond een bloem (moerasspirea, Filipendula ulmaria, die nu uitbundig bloeit), streek neer en deed zich tegoed. "Zo!" zei de bloem, "het doet me deugd dat je me zo graag bezoekt!" "Ja," zei de bij, "het is aangenaam bij jou! Je nectar smaakt me goed, bovendien houd ik wel van je delicaat lichtzoetig parfum en je roomwitte teint." Daar werd de moerasspirea toch even stil van, en bracht toen het gesprek maar gauw op een ander onderwerp. "Heb je al gezien hoe de klaver erbij staat?" "Haha," zei de bij, "je bent me er eentje! Probeer ik je een complimentje te maken en dan ga je maar over de klaver praten." "Tja," zei de moerasspirea, "daar heb je wel een punt. Maar weet je, als jij hier klaar bent vlieg je weg en sta ik weer alleen in de wind te wuiven. Dan heb ik niets aan je mooie complimentjes." "Zo moet je dat niet zien," zei de bij. "Het is nu eenmaal zo dat ik niet kan blijven, ik móet terug naar mijn korf. Wat ik wil kan niet en wat kan wil ik niet. Maar je weet ook dat ik weer terugkom." "Oké oké," zei de bloem, "maak je maar niet druk, het is helemaal geen verwijt, het is gewoon, tja, hoe zal ik het zeggen, dat ik niet goed weet hoe ik de situatie beter onder woorden moet brengen..." Zo kabbelde het gesprek tussen de twee nog een tijdje door, uiteindelijk roddelden ze toch nog wat over de andere bloemen, ze verkneukelden zich over flower power, net zolang totdat het tijd werd dat de bij vertrok. Maar, zou het wel gemeend zijn wat de bij aan aardigheidjes uitsprak, of was het slechts een truc om de lekkernijen van de bloem los te bedelen? En zou de bij echt wel terugkomen zoals hij beloofde? Wie weet lezen we daar morgen wel meer over!

zondag 9 juli 2017

vrijdag 7 juli 2017

Mara's lavendel

de opgang naar de top
Op fort bij Vechten staan mijn bijen op een afgezonderd plekje. Ten westen van de coupure gaat een onverhard pad steil omhoog, de aarden buitenwal van het fort op, een beetje onopvallend omdat het afbuigt van het doorgaande asfaltweggetje. Als je het pad volgt kom je op een hoger gelegen klaverweitje dat omsloten is door bomen aan de noordwest zijde en door een heuvel aan de andere kant. Loop je door dan vind je de onooglijke opgang naar de heuveltop (foto), waar mijn bijen staan, in de beschutting van dichte begroeiing aan de westkant en met aan de oostkant een min of meer open doorzicht op het reduit dat dan zo'n meter of 10 lager ligt. Bij droog weer rijd ik gemakkelijk het aarden pad op, maar na de pittige regen van de afgelopen nacht was het vandaag te glibberig, en parkeerde ik onderaan.



Mark's skimmia
Terwijl ik de spullen die mee naar boven moesten bij elkaar zocht kwam beheerder Mark aanlopen, hij wilde wel eens zien hoe het mogelijk is om met een Citroën het steile pad te nemen. Dat ging dus niet door, maar we konden wel het beheer van de heuvelhelling bespreken waar nu wilgen en populieren opschieten die over enige tijd beschutting op het zuidoosten kunnen bieden, en dat zou welkom zijn want in de volle zon is het erg heet daar op de heuveltop. Op diezelfde helling bloeien nu de distels, en Mark heeft al veel eerder aan de rand van het veldje waar de bijenkasten staan een rijtje skimmia's geplant. Skimmia's zijn goede drachtplanten, maar deze moeten nog wel wat groeien.

Mara's lavendel
(moet nog wel een beetje bijtrekken)
En nu vertelde Mark dat hij juist vandaag met zijn dochtertje Mara aan de opgang naar de heuveltop lavendel had gezet. Ik weet zeker dat de bijen daar blij mee zijn, want de bijen die in
de boomgaard staan zoeken in de tuintjes in het dorp de lavendel op en komen dan thuis met lila stuifmeelklompjes aan hun achterpoten.

Stuifmeelklompjes zoals de bijen die aan de achterpoten
vervoeren (elk ong. 2 mm doorsnee). Elke kleur is
het verzamelde stuifmeel van telkens een andere soort
bloemen, tweede van links is lavendel.

De bijen slaan het stuifmeel ook nog eens keurig gesorteerd in de raat op, als voedsel voor de opgroeiende larven.

maandag 3 juli 2017

Bijen en vogels

Maandagavond de honingslinger doorgegeven aan collega-imker Gerrit. Gerrit is een tachtiger die last heeft van kortademigheid en snel vermoeid is. Ik heb de slinger bij hem aan huis gebracht en daar nog een uurtje met hem en zijn vrouw Lena zitten praten. Tijdens zijn werkzame leven was hij biologieleraar en vertelt nog met passie over dat vak. Een actief bioloog die met zijn klassen excursies naar het wad organiseerde en al meer dan 40 jaar bijen houdt, net als ik Buckfast-bijen. Daarnaast was hij verwoed filmer en maakte prachtige filmpjes over weidevogels, zie hieronder het prijswinnende Wolk en Zon uit 1963, je kunt op YouTube meer vinden als je zoekt onder Gerrit de Ruijter. Verder spraken we over, over mijn werk onze kinderen, over musiceren, over veranderingen in onze bijenhoudersvereniging. Een geanimeerde ontmoeting over dingen die waren en die komen.



zondag 2 juli 2017

Zomeroogst

Zaterdag 166 kg geslingerd. Gelukkig hielp Misha, anders was het me niet in één dag gelukt.




Verder een goed deel van de zondag nodig gehad om schoon te maken en de lege raten terug plaatsen op de kasten.

vrijdag 30 juni 2017

Vosje

Soms schiet er een haas weg, soms een groepje reeën. Op een zonnig plekje ligt zich wel eens een
ringslang te warmen en met schrille kreten stijgen de buizerds weg uit het bosje. Ik ben nooit alleen in de bijenboomgaard, maar niet eerder betrapte ik de vos die in de gaten houdt wat er toch allemaal gebeurt. Zie jij hem ook?

woensdag 28 juni 2017

VTS excursie

Twee keer een groepje collega's van VTS voor een excursie ontvangen op Fort Vechten, in een natte tijd. Met de eerste groep begon het na een halfuur te miezeren, en dat ontwikkelde zich tot een flinke plensbui waarvoor we echt moesten gaan schuilen. Bij de tweede groep hadden we eigenlijk voortdurend motregen, met een korte droge pauze waardoor we toch nog even in de kast konden kijken.

maandag 19 juni 2017

Activiteit

Wat een genot om de bijen bij deze temperatuur te zien vliegen! Maar ze halen nu zoveel nectar dat de kasten in rap tempo volgestouwd raken met honing. De braam en de klaver bloeien al een week of twee, en nu is ook de linde volop in bloei. De route door de Uithof geurt er helemaal naar en ook de enkele bomen op Rhijnauwen ruik je op afstand al.

zaterdag 17 juni 2017

Bedreigde bijen

Vandaag twee artikelen over bijen in het wetenschapskatern van de Volkskrant. Eén gaat over de wereldwijde afname van insecten, zowel in soortenrijkdom als in massa. Het betreft ook afname van de honingbij. Het artikel gaat in op de consequenties van die afname binnen ecosystemen (minder bestuiving, minder voeding aan het begin van veel voedselketens) en economische gevolgen (veel landbouwgewassen zijn afhankelijk van bestuiving door insecten). "Talrijk zijn de factoren die bijdragen aan afname van het aantal insecten: de vernietiging, fragmentatie en verschraling van natuurgebieden, ontbossing, verstedelijking, aanleg van landbouwgebieden, het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de landbouw."
Het tweede artikel gaat over zo'n bestrijdingsmiddel en wel het onkruidbestrijdingsmiddel glyfosaat (Round-up) van Monsanto. Hoewel dit middel enkel zou moeten werken op de biologie van planten zijn er toch aanwijzingen dat het ook effecten heeft op insecten en andere dieren. Strekking is dat veel wetenschappelijk observaties niet in de risicobeoordeling van het middel zijn meegenomen omdat ze niet volgens bepaalde richtlijnen zijn uitgevoerd. Eigenlijk een stammenstrijd tussen onderzoeksopvattingen: onderzoek volgens protocol versus kwaliteitsborging van niet-protocolonderzoek. Of zoals het in het artikel staat: "'Onafhankelijk gecontroleerde en gepubliceerde onderzoeksresultaten zouden het juiste gewicht moeten krijgen.' En: 'De evaluatie moet zich baseren op onderzoekskwaliteit, niet alleen op overeenstemming met de richtlijnen.' Zo bezien is glyfosaat slechts de bal die toevallig het speelveld op rolt, net nu wetenschap en ambtenarij toe zijn aan een flinke pot voetbal rond de vraag hoe overheden nieuwe wetenschappelijke inzichten moeten absorberen."

dinsdag 13 juni 2017

Bramenbloesem

Na een korte drachtarme periode bloeit sinds vorige week de braam uitbundig. Braambloesem levert goed nectar en stuifmeel, beide waardevolle voeding voor de bijen (maar ook hommels vliegen graag op de braam).
Hieronder een microscopische opname van het stuifmeel (gekleurd met methyleen blauw).

zaterdag 10 juni 2017

Bunnik fair 2017

Ik dacht dit jaar de Bunnik fair maar eens over te slaan, ik had nog onvoldoende honing geoogst en genoeg andere dingen te doen. Maar Ben van Hoek32 haalde me toch over door me te verzekeren dat mijn imkersuitstalling de markt een stuk gezelliger maakt. Dus heb ik me in de week voorafgaande aan de markt toch maar even kwaad gemaakt om de inrichting van mijn tafel op orde te krijgen: de demonstratiekast halen bij Henk in Wijk bij Duurstede, ander illustratiemateriaal, waaronder platen en een korf met raat bij andere Henk in Houten, donderdag honing slingeren, vrijdag potjes vullen en etiketten plakken, de demonstratiekast vullen met twee raampjes bijen en mijn eigen illustratiemateriaal verzamelen (glazen buisjes met stuifmeelkorrels, nieuwe, uitgebouwde kunstraat en opgebruikte raat en mijn gereedschap).


En het was weer als vanouds gezellig. Van tien tot vier bijna onafgebroken aanloop, de demonstratiekast trekt sowieso veel aandacht vooral van kinderen (foto). Sommige inmiddels vaste klanten komen hun jaarlijkse potje kopen. Het is vooral leuk om over de bijen en de imkerij te vertellen, praatjes met hele en halve bekenden te hebben, en de honingverkoop is meegenomen(foto). Gelukkig voorziet Ans van Hoek32 me zo nu en dan van koffie en helpt Meta met uitleggen (foto). Al met al had ik het prettig te druk om nog de rest van de markt
te bekijken.

donderdag 8 juni 2017

Eerste zomeroogst

Nou, dat viel toch mee, de bijen hebben in de laatste paar warme weken toch nog flink gehaald. Totaal 87 kg van 3 locaties. Een deel is donker, waarschijnlijk bladhoning.

vrijdag 2 juni 2017

Een zwerm opgehaald

Vorig jaar rond deze tijd heb ik bijenzwerm geschept in een tuin in Odijk. De tros bijen hing wel zes meter hoog in een kersenboom, dat was wel een uitdaging om balancerend op een ladder de bijen in een bak te schudden. Het bleek een vitaal en zachtaardig volkje, en ze zijn goed de winter doorgekomen. In maart werd ik benaderd door Karelle uit Houten die op zoek was naar een volkje om mee te gaan imkeren en ik heb haar deze zwerm overgedaan. Vandaag stuurde ze me een berichtje dat het volk enorm gegroeid was en dat er net een zwerm uit haar    ka
Weer thuis! De twee zwermen zitten in de twee kleinere kastjes.
st was vertrokken. Ik ben maar gaan kijken en er hing inderdaad een behoorlijke tros, en nog een tweede kleinere, allebei hoog, in de bomenwal achter haar tuin. Dat was dus weer op een laddertje balanceren. We hebben de nog los rondvliegende bijen de rest van de middag de tijd gegeven om zich bij de rest van de zwermen in de kastjes te voegen, en deze vanavond opgehaald. Grappig, nu zijn ze weer thuis!

maandag 29 mei 2017

Dracht in de tuinen

Terwijl in de natuur in deze tijd weinig bloemen te vinden zijn die geschikt zijn voor bijen is er in de tuinen van het dorp (waar mijn bijen makkelijk naar toe vliegen) genoeg te vinden. Op deze foto zie je de bijen zich tegoed doen aan de dwergmispel (Cotoneaster horizontalis). Ook andere cotoneastersoorten bezoeken ze graag, maar niet iedere soort is geschikt voor honingbijen. Maar dan zie je wel weer hommels of sommige soorten wilde bijtjes
.

donderdag 25 mei 2017

Snoepgoed voor de vogels

Alle bijenvolken zijn besmet met de varroamijt (zie pagina "varroa"). De mijten bijten een gaatje in de huid en voeden zich met het lichaamsvocht van de bij. De mijten vermenigvuldigen zich bij voorkeur op larven darren (darrenbroed) en van die eigenschap maken imkers gebruik om de mijten biologisch te bestrijden. Je zorgt dan dat de bijen ruimte hebben om ruim darrenbroed te maken en dat snijd je weg als de larven zich gaan verpoppen, dus als het broed net gesloten is. Zodoende vang je de mijten. Het uitgesneden broed leg ik in de tuin, koolmezen, merels en eksters zijn dol op de darrenlarven (maar de eksters jaag ik weg want die stelen hele brokken raat, en ja, als het leeggegeten is smelt ik er de was nog uit).

zondag 21 mei 2017

weinig dracht

De honingkamers vullen zich niet echt, sterker nog het lijkt wel of de bijen meer consumeren dan ze binnenhalen. Er is dan ook weinig dracht, de fruitbloesem is voorbij, op het moment bloeit er nog net zo hier en daar een meidoornstruik. Van mijn overigens vitale volken valt nu even weinig honing te oogsten.

grastrimmen

Ik heb een accu-grastrimmer gekocht! Op de locaties waar ik nu sta tiert het gras welig rondom mijn kasten. Er wordt wel gemaaid, maar de maaier mijdt (gelukkig) de vliegroute van de bijen zodat ikzelf de directe omgeving van de kasten bijhoud. Totnutoe deed ik dat met een schaar, maar dat is toch wat ongelukkig, de bijen vinden het niet echt leuk als ik te dicht bij de vliegopening kom, en het zijn soms aardige oppervlakken. Vandaar deze oplossing die ik vanmiddag in de boomgaard uitgeprobeerd heb. Fantastisch, het gaat niet razendsnel maar werkt wel reuze gemakkelijk en grondig. Het apparaat kan het hoge gras makkelijk aan en de accu heeft voldoende power. Nog wel een beetje oefenen om te zorgen dat het mes niet tegen de poten van de stellingen slaat.

donderdag 18 mei 2017

Bijen en dromen

Hoe vaak kom je in de kunst nu bijen tegen? In het Thyssen-Bornemisza-museum in Madrid vonden we dit schilderij van Dali getiteld Dream Caused by the Flight of a Bee Around a Pomegranate a Second Before Awakening (1944).


Op Wikipedia vind je als uitleg dat de bij van oudsher een symbool is voor de Maagd Maria (met een verwijzing naar het boek van Eva Crane (1999): The World History Of Beekeeping And Honey Hunting). Het gezoem van de bij veroorzaakt bij de slapende vrouw (Gala, de echtgenote van Dali) de sensatie van een bijensteek, gesymboliseerd door de bajonet, waardoor ze zal ontwaken. Voor verder uitleg kijk je maar op die Wikipedia-pagina.

dinsdag 9 mei 2017

voorjaarsoogst 2017

Op een paar warme dagen eind maart hadden we maar een koud voorjaar dit jaar. De bijen kwamen nauwelijks buiten en haalden daarom maar weinig nectar, terwijl alles zo uitbundig bloeide. Slechts twee kasten op een beschutte plek hadden begin mei redelijk gevulde honingkamers. Die heb ik op 7 mei geslingerd, dat leverde 18 kg honing op. Het is wel mooi geurige honing, licht bitter van smaak, heerlijk!

zondag 30 april 2017

Een middagje imkeren met Rob

Rob oefende zijn fotografiekunsten tijdens een middagje imkeren. Er zitten hele mooie foto's tussen!

zondag 13 november 2016

Roverij door wespen

1. Wesp die door de vliegopening de bijenkast inloopt.
Bij honingbijen overwintert het volk als geheel in de kast, ze blijven de koningin verzorgen en warmhouden. Bij wespen sterft het volk tegen de winter, de koningin blijft alleen over en zoekt een beschut plekje om te overwinteren. Het is nu een eindje in november en het heeft al gevroren, de wespen hadden allang dood moeten zijn. Ik had mijn kasten al een paar weken niet meer gezien en was dan ook onaangenaam verrast toen ik bij inspectie ontdekte dat er bij alle kasten regelmatig verkeer van in- en uitvliegende wespen te zien was (afb. 1). Ze hadden in de voervoorraad van de bijen een makkelijke te roven voedselbron gevonden, de bijen hebben op dit moment door de lage temperatuur in de kast weinig verweer.

2. De wesp vindt de kleine opening in de grootdeels afgesloten spleet
Op de verenigingsavond adviseerden collega-imkers me de vliegopening zo klein mogelijk te maken, dat zou het de wespen moeilijk maken om de weg naar binnen te vinden. Dat bleek echter nogal tegen te vallen, de wespen vonden de kleine opening moeiteloos (afb. 2).


3. Wesp op zoek naar een gaatje in de afgesloten vliegspleet om toch binnen te komen.
Vervolgens de kleine opening ook maar afgesloten, waarop de wespen teleurgesteld op tevergeefs zoek gingen naar een andere mogelijkheid om binnen te komen (afb. 3).







4. Haha, ook aan de rechterkant kom je niet binnen!
Door het afsluiten zijn er wel wespen binnen opgesloten. Ik zal over een paar dagen, als de buiten vliegende wespen deze bron hebben opgegeven, de afsluiting verwijderen om de binnendringers de gelegenheid te geven te vertrekken.